1 hele kip in delen(filet; dijen; bouten; vleugels, drumsticks; optioneel: hart en nieren) 400 gram varkens buikstuk 1 sparerib (vers), in stukken olijfolie 2 blikken ontvelde tomaat 6 aardappelen, gehalveerd 2 laurier bladeren 1 eetlepel komijn 1 habanero peper handje koriander 5 tenen knoflook, fijngewreven 2 uien, grof gesneden 2 grote paprika’s, rood en groen, in blokjes van 1.5cm Wortel, in plakken 1 kleine yucca wortel, in blokken gesneden 2 groene bananen of bakbanaan 2 flesjes donker bier zwarte peper en zeezout Voor de arepa’s: 2 cups P.A.N maismeel mespunt zout 2 cups handwarm water aluminiumfolie Crème frâiche kappertjes Bananenblad, in stukken

Voor dit gerecht gebruik ik een traditionele Zuid-Afrikaanse potjiekos. Dit is echter geen vereiste, je kunt dit gerecht met elke (gietijzeren) pot of pan maken. Je begint met het maken van een vuur. Gebruik vurenhout en geef het de tijd om het te verkolen. Verwarm vervolgens de kookpot op het kolenvuur. Als de pot goed opgewarmd is kun je beginnen. Verhit de olijfolie in de potjiekos. Bak de kip en varken tot ze mooi bruin zijn. Schep ze vervolgens uit de potjie en zet apart. Bak nu de uien, knoflook, de rode en groene paprika, komijn tot ze zacht zijn. Schep het vlees weer terug in je pot. Met daarbovenop de aardappelen, wortel, yucca wortel, gepelde tomaten, bananen, laurier en de habanero peper. Breng op smaak met zout en peper. Laat de habanero peper in zijn geheel meestoven, proef zo nu en dan of het niet te spicy wordt. Wanneer je gerecht de gewenste spice heeft kun je de habanero peper eruit halen. Voeg het bier toe. Zorg dat alles voor het grootste gedeelte onder het vocht staat. Vanaf nu mag je niet meer roeren. Laat je potjie nu zacht stoven voor 4-6 uur. Voorkom dat de pot droog komt te staan en vul aan met kippenbouillon of water. Zorg dat je een goede fles rode wijn meeneemt. Tijdens de stooftijd kun je met je gezelschap rond de pot gaan zitten en genieten van een goed gesprek en onder het genot van een glas wijn. In de tussen tijd kun je de arepa’s ook klaar maken. Arepa’s zijn maisbroodjes die veel in Colombia en Venezuela worden gegeten en zijn erg makkelijk te maken. Doe het water in de schaal en voeg het maismeel met zout geleidelijk toe. Kneed tot een glad deeg en laat even rusten. Verdeel in acht gelijke porties en vorm van ieder deel een bal en maak er met je handen een schijf van zo’n tien centimeter van. Vet de broodjes in met wat olie en pak ze per stuk met aluminiumfolie in en rooster ze in de kolen naast de pot aan elke kant ongeveer 5 minuten tot ze goudbruin en de buitenkant krokant zijn. Proef en breng verder op smaak met vers gemalen peper en zeezout. Strooi de koriander er over en serveer op borden met een stuk bananenblad. Deze dient ter decoratie. Serveer met een schep crème frâiche en kappertjes en een arepa.